“One big happy family” op 29 mei in hartje Antwerpen. Voor een zee van jonge lezers en een legertje pers werd de nieuwe reeks “Robbedoes special” boven de doopvont gehouden in de O.L.V.-kapel Elzeveld. Trotse vaders Charel Cambré en Marc Legendre kozen niemand minder dan Guga Baùl als fiere peter. De maestroloog brak spontaan uit in een Gregoriaanse lofzang over de nieuwste telg uit de Vlaamse familiestrip.
Alle drie zijn ze van kindsbeen af verslingerd aan de legendarische reeks die Rob Vel in het leven riep en Franquin groot maakte. Jijé introduceerde Kwabbernoot als side kick van de roodharige journalist in piccolo outfit.

Ook vandaag steekt Charel Cambré zijn bewondering voor Franquin niet onder stoelen of banken.
Charel: Zoals iedereen begon ik met Jommeke en Suske en Wiske, de strips die bij ons in de krantenwinkel lagen.
Later kwam ik terecht bij iemand die stapels strips had. Daar waren Guust Flater, Robbedoes en nog andere reeksen van Dupuis bij. Eigenlijk was ik meteen verkocht.
De aanpak verschilde totaal van de Vlaamse manier van vertellen en tekenen. Dit was heel chaotisch getekend. Vooral de humor sprak me aan, voor mij waren dat de eerste albums waar je luidop mee kon lachen.
De manier waarop hij dingen neerzet vind ik enorm knap aan Franquin. Van flipperkast tot koffiemachien, allemaal karikatuurtjes maar zo waarheidsgetrouw.

Probeer je die lijn nu zelf door te trekken in deze nieuwe special?
Charel: Misschien heb ik dat altijd al een beetje gedaan, omdat ik zoveel van hem heb gelezen.  Ik denk dat mijn stijl zowat een mengelmoes is van Vlaamse strips en een stukje Franstalige invloed erbij (lacht). Na Amoras (wat normaal zou stoppen na zes albums) hadden wij heel veel zin om iets te doen met Robbedoes. De oorspronkelijke reeks wordt af en toe ook nog door andere tekenaars verder gezet. Dat zijn altijd one shots, eenmalige albums die telkens door andere tekenaars onder handen worden genomen.
We hebben zelf contact opgenomen met Ballonmedia. We zijn vertrouwd met de uitgeverij en ze werken samen met Dupuis, die stap was snel gezet. Amper een halve minuut later kregen we al een positieve reactie.
Bij onze eerste afspraak werd duidelijk dat we niet voor de reguliere strip zouden werken maar wel aan een driedelige specialreeks. Of we er nadien nog mee doorgaan, hangt een beetje af van hoe het wordt opgepikt. Volgens de uitgever is er nog ruimte voor een extra familiestrip naast De Kiekeboes, Suske & Wiske en Jommeke.

Deze Robbedoesreeks is meer gericht op de Nederlandse en Vlaamse markt. Ook deel 2 speelt zich gedeeltelijk af in Antwerpen èn aan de Belgische kust. Als de verkoop goed zit, komt er misschien een vervolg. Dat hopen we in ieder geval!

Het beroep journalist opent alvast veel perspectieven om tal van leuke scenario’s te bedenken.
Charel: Zeker, in het tweede album gaan Robbedoes en Kwabbernoot op pad om iets te doen aan het afnemende visbestand. Het zijn dan ook echt groene jongens die daadwerkelijk proberen om iets te veranderen. Maar natuurlijk gebeuren er allerlei dingen die hun plannen in de war sturen.
Dat engagement en het milieubewuste waren er al in de glorieperiode van Franquin in de jaren zestig. Dat trachten wij ook terug te brengen in de strip.

De geest van de grootmeester blijkt overigens nooit ver weg... Zo probeert Charel steevast om hem in elk album ergens op te voeren.
Charel: In het eerste album komt Franquin ergens als garçon buiten pinten afhalen. En in het tweede hangt hij ergens in een kadertje aan de muur (lacht).

De wisselwerking met scenarist Marc loopt als vanouds van een leien dakje.
Charel: Dat gaat super, anders zou ik dit nooit gedaan hebben. Wij werken heel goed samen, ook op Amoras.
Dit is weer iets totaal anders. Aan het einde van een Robbedoes zeg ik meestal tegen de Marc dat ik weer goesting heb om terug aan Amoras te beginnen. En als Amoras bijna af is, kriebelt het om opnieuw aan de slag te gaan met Robbedoes.  Die afwisseling is leuk.

Valt dit allemaal te combineren met al het andere tekenwerk?
Charel: Ik moet een heleboel mensen bedanken.  Wim Swerts, die de decors heeft geïnkt voor Robbedoes. En de mensen die mij helpen bij andere reeksen als Filip & Mathilde. Zonder hen zou ik dit alles nooit klaar spelen. Alles alleen tekenen is onmogelijk. Inkten en inkleurwerk geef ik uit handen.
De Kronieken van Amoras, deel twee is nu net afgewerkt, aan deel twee van Robbedoes ben ik nu bezig. Beide verschijnen ongeveer gelijktijdig rond de Boekenbeurs.

Ook scenarist Marc Legendre is Robbedoesfan van het eerste uur.
Marc: Het is de eerste strip waarvan ik mij herinner dat we hem in huis hadden. Ik was nog heel klein toen we hem zelf inkleurden. Zo maakten we die eerste druk met een harde kaft waardeloos terwijl die nu ongelofelijk veel geld waard zou zijn.  
We kenden Robbedoes nog voor Guust Flater begon, mijn broers en ik dachten dat Rommelgem echt bestond en dat Kwabbernoot daadwerkelijk op een redactie werkte. Het was alsof die personages een echt leven leidden.

Van oorsprong is het een Franstalige strip, voelen jullie dat als scenarist en tekenaar en moeten jullie nu en dan een soort switch maken?
Marc: Ik vind het plezant dat Robbedoes op vakantie gaat naar de Azurenkust en niet naar de Wadden bijvoorbeeld (lacht)
Het maakt de strip wereldser. Leuk toch zo’n agent van Franquin, met zo’n petje uit Parijs.
Charel: Zo word je wel wat meegetrokken in een andere manier van tekenen. Ook wat de kledij betreft, met de trenchcoats enz.

Hoe beginnen jullie aan een album?
Charel:  Ik krijg het scenario binnen van Marc. Dat is heel gedetailleerd opgebouwd. Hij beschrijft wat er op elke pagina gebeurt, vakje per vakje. Ik interpreteer dat dan op mijn manier. Vaak volg ik zijn richtlijnen maar soms wijk ik er, in overleg met hem, ook vanaf. Afhankelijk van de manier waarop ik een bepaalde scène wil aanpakken.
Marc: Het scenario van nummer twee is halverwege. Het moeilijkste is de synopsis, eens je dat hebt, gaat al de rest vanzelf. De wereld van Franquin en het hele universum van Robbedoes scheppen zoveel mogelijkheden. Mochten we de kans krijgen om nog jaren door te mogen gaan, gaat het zeker niet aan ideeën ontbreken. En hij (wijst op Charel) tekent ze meesterlijk uit!

Samen met de auteurs hopen we alvast dat deze trilogie de start mag worden van een lange reeks.
Marc: Het is gewoon heel ontspannend om te doen. Andere mensen gaan bijvoorbeeld op citytrip. Wij trekken naar Rommelgem. Da’s pas vakantie, al van bij de aankomst is er altijd wel iets aan de hand.(lacht) (TG)

Charel Cambré, Guga Baùl en Marc Legendre poseren met de boreling en lezertjes in spe.

Deel 1: Happy Family wordt uitgegeven door Ballonmedia en verschijnt op 31 mei.
De softcover, klein formaat kost 6.95 €, voor de luxe hard cover, groot formaat, betaalt u 49, 95 €