Vandaag stemde het Europees parlement voor de Europese Richtlijn Auteursrechten. Die biedt auteurs en andere rechthebbenden een betere bescherming en vormt een opstap naar een eerlijke vergoeding wanneer hun werken online worden geëxploiteerd door platformen zoals YouTube en Facebook. Tegelijkertijd beschermt ze de consument voor het door hem gemaakte en geüploade materiaal. Platformen zullen eindelijk hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor de actieve rol die ze spelen in het verspreiden van beschermde werken.
Maar liefst 438 Europarlementsleden stemden voor de richtlijn. 226 stemden tegen en 39 leden onthielden zich.
Sabam is verheugd met dit resultaat. “Dit is de eerste stap naar een nieuw Europa. Een sterk Europa dat opkomt voor de rechten van haar burgers. Waarbij culturele diversiteit en creativiteit zegevieren binnen een open internet. Europa laat zich niet langer doen door een handvol machtige technologiereuzen en kiest ervoor haar auteurs en kunstenaars bescherming te bieden en de vergoeding te garanderen die hen toekomt.” stelt Carine Libert, CEO van de auteursvereniging.
Tom Kestens – muzikant en auteur/componist (Das Pop, LaLaLover,…): “Onze kunst- en cultuur scene is wereldvermaard, maar we waren al veel te lang bezig die ernstig te verzwakken door een wettelijk hiaat. Vanaf nu is die opgelost. Online platforms zullen niet langer slapend rijk kunnen worden op kap van de creatieve makers in Europa. De kritische en creatieve stemmen van onze democratie worden weer beschermd. Het morele kompas van Europa wijst weer in de juiste richting. Daar mogen alle Europeanen fier op zijn."
Axelle Red – singer songwriter: “Een meerderheid in het Europees Parlement heeft vandaag gestemd vóór de bescherming van de Europese cultuurmakers, waar de Amerikaanse internetgiganten zoals Google/YouTube vanaf nu rekening mee moeten houden. Ik wil hierbij de Europese parlementariërs die het belang hiervan inzagen bedanken voor hun steun na mijn bezoek aan Straatsburg eerder dit jaar. Het is een historische dag, het gebeurt niet vaak dat ook de Amerikaanse entertainmentindustrie uitkeek naar een voorbeeld vanuit Europa.”